Geschiedenis van de Cabernet Franc
Cabernet Franc is een lid van de familie van de Carmenets, waar zij de druif is die het dichtste staat bij de wilde druivenrassen. We plaatsen haar langs de Spaanse kant van de Pyreneeën. Wellicht heeft zij de bergkam overgestoken wanneer zij werd meegenomen door een pelgrim op de terugtocht van Compostella.
Een eerste halte was de Libournais, op de rechteroever van de Dordogne, in de 18de Eeuw. Kardinaal Richelieu heeft nadien een aantal enten naar de Loirevallei laten overbrengen. Deze zorg werd overgelaten aan abt Breton van de abdij van Bouscueil. Sindsdien zou de naam "Breton" aan de Cabernet Franc worden gegeven in de Loirevallei.
In de 18de Eeuw is Cabernet Franc al heel populair in de Libournais. Je vindt deze druif terug in de 3 voornaamste herkomstbenamingen: Fronsac, Pomerol en Saint-Emilion. De beste ambassadeur van de druif vind je trouwens in Saint-Emilion: Château Cheval Blanc bestaat voor 85% uit Cabernet Franc.
Van de 45000 hectaren wereldwijd, is 80% aangeplant in Frankrijk. Nog steeds is Bordeaux in het zuidwesten van Frankrijk - ongeveer 50% van de wereldwijde aanplant - het belangrijkste productiegebied van de druif. In de regio wordt hij geassembleerd met cabernet-sauvignon en merlot
De Loirevallei is het tweede belangrijkste gebied. Daar is hij de belangrijkste blauwe druif in de Touraine en rond Angers waar hij de klok slaat in appellaties zoals Bourgueil, Saint-Nicolas de Bourgueil, Saumur Champigny en Chinon.
Tussen Bordeaux en de Loirevallei ligt een groot verschil in het gebruik van de druif: in Bordeaux wordt Cabernet Franc geassembleerd aan andere druivenrassen, waaronder Cabernet-Sauvignon; in de Loirevallei zijn de wijnen eerder mono-cépage.
Cabernet-Sauvignon rijpt heel moeilijk in de Loirevallei. Om die reden heeft Cabernet Franc de Cabernet-Sauvignon van de troon gestoten. De keerzijde van de medaille is dat Cabernet Franc heel gevoelig is voor lentevorst. De druif bot vroeg in het groeiseizoen, een tiental dagen voor Cabernet-Sauvignon.
Met haar 7000 hectaren is Italië de tweede producent van Cabernet Franc. Je vindt haar in het Noordoosten van de Veneto onder de naam Bordo. Dan ook nog in de Friuli en in een aantal assemblages in de Chianti.
Hoe herken je cabernet franc?
de jonge bladeren zijn roodachtig groen met bronskleurige vlekken.
De volwassen bladeren zijn pentagonaal met drie of vijf lobben.
De petiolaire sinus heeft licht overlappende lobben. De laterale sinussen, tussen de lobben, hebben vaak een tand op het eind. Deze tanden hebben een rechtlijnige zijde. Het bladoppervlak heeft een glimmend en gehamerd uitzicht. De onderkant heeft een dunne laag platliggende haartjes.
De bessen zijn rond.
De druif is gevoelig voor grijsrot, eutypiose en esca. Hij is ook vrij gevoelig voor cicaden.
In 2001 werd in de streek van Anjou werd een conserveercentrum met bijna 80 klonen aangelegd. Een andere kas met meer dan 100 klonen vinden we in Bordeaux, opgericht in 2003 en 2004.
Hoe proeft cabernet franc?
Lichtere kleur, aromatische neus. Eerder soepele tannine. Aroma's van rood en zwart fruit: framboos en cassis, violet voor de florale toetsen. Soms geranium. Groene paprika is een teken van onrijpe druiven tijdens de oogst.