Een bewogen tektonisch verleden
De Rhônevallei is een geologische slenk die ontstaan is door de botsing tussen het Centraal Massief en de Alpen. Die slenk werd opgevuld door de Middellandse Zee.
300 Miljoen jaar geleden produceerde de vulkanische activiteit van het Massief de granieten bodem in het Noorden. Zuidelijker is het landschap heel verschillend: kalkrijke fluviale en mariene slibben vormen het plaatselijk reliëf zoals de Dentelles de Montmirail en de Mont Ventoux.
Dichter bij ons, 40 miljoen geleden veroorzaakt de opheffing van de Alpen de instorting van de vallei die het Massief van de Alpen scheidt. De fjord die daaruit ontstaat wordt nog dieper door de Middellandse Zee gevuld die geleidelijk aan een harde, kalkrijke bodem afzet. Wanneer de Straat van Gibraltar wordt afgesloten daalt het niveau van de Middellandse Zee en tekent de bedding van de Rhône.
Stilaan krijgt de vallei zijn bekend profiel. Kalk op een granieten bodem in het Noorden, kalk en sedimenten op een granieten bodem (zand, klei, gravier, ...) in het Zuiden. De graniet speelt een essentiële rol in de waterhuishouding van de wijngaarden. Bovendien kenmerken ze de aroma's van de wijnen van de Rhône.
Twee grote gebieden
Deze complexe geologie verklaart waarom de Rhône uit 2 grote gebieden bestaat: de Noordelijke Rhône en de Zuidelijke Rhône. De Noordelijke herkennen we aan de vallei die door steile, granieten hellingen wordt omgeven. De Zuidelijke is eerder vlak en kalkrijk. Aan de linkeroever vind je een hoger reliëf.
Dit onderscheid laat ons toe om de verschillen tussen beiden te benadrukken. Noordelijk is Syrah alleenheerser om rode wijn te maken en wordt witte wijn gemaakt van viognier, roussanne en marsanne. Dit staat in schril contrast met de veelheid aan toegelaten druiven in het Zuiden. In Châteauneuf-du-Pape worden niet minder dan 14 druivenrassen erkend! De bekendsten zijn Grenache Noir en Blanc, Mourvèdre, Bourboulenc, clairette, ... bovenop de druiven van het Noorden.
Op dezelfde manier is het aantal AOC's beperkt in het Noorden. Ze genieten wel van een enorme bekendheid. Wie kent Côte Rôtie, Condrieu, Saint-Joseph, Hermitage et Crozes-Hermitage, Saint-Peray niet?
Het Zuiden kent meer appellaties. Een aantal van hen bepalen een reële identiteit zoals Vacqueyras of Gigondas, maar de meeste zijn slechts een afgeleide van een appellation Côtes du Rhône Villages.
Van de klassieke periode tot de pausen van Avignon
De Grieken teelden druiven ter hoogte van Marseille vanaf de vierde eeuw voor onze jaartelling. Noordelijker moeten we wachten tot de eerste eeuw van onze jaartelling. Die wijngaarden deden vooral concurrentie aan de wijnen van het Italiaanse schiereiland. Onder andere werd de Galloromeinse villa van Molard in die periode gebouwd, het grootste Romeinse wijndomein dat tot hiertoe werd opgegraven.
Tegelijkertijd ontwikkelde zich de amfora-industrie zich waardoor de handel werd bevorderd. Hoe gemakkelijker de handelswaren konden worden verpakt, hoe eenvoudiger de handel in die waren kan worden gedreven. Dankzij de samenstelling van het materiaal om de amfora te produceren, kan men nagaan in welke regio's en rond welk tijdperk de wijnindustrie actief was in de Rhône.
Op die manier is het duidelijk dat de wijnindustrie langs de Rhône voor was op een heleboel andere wijnregio's. De Romeinen laten er trouwens geen gras over groeien. Amper bezet en daar bouwden ze steden, plantten ze ranken, bouwden ze muurtjes om terrasbouw mogelijk te maken, ... en verhandelden ze de wijn.
De val van Rome betekent slecht nieuws voor de wijnindustrie langs de Rhône. Enkel de Noordelijke wijngaarden vinden nog een afzetgebied rond Lyon en een aantal havensteden willen ook nog wel wat wijn afnemen. Maar het verlies van een belangrijk klant als Rome laat diepe sporen na.
We moeten wachten tot de late Middeleeuwen en de invloed van de kerk, de abdijen en een aantal Pausen om de wijnbouw wat luister te geven. Want die Pausen van Avignon lustten wel de streekwijn. Jean XXII, de tweede paus van Avignon liet een zomerresidentie bouwen. Dat werd Châteauneuf-du-Pape.
Op het einde van de 17de eeuw wordt Roquemaure een belangrijke haven voor de expeditie van wijn over de rivier. Voor het eerst spreken we van "Côste du Rhône" - een administratief gehucht van Uzès. Vanaf 1650 worden herkomst en kwaliteit ervan onderworpen aan een reglement - een lastenboek.
Vanaf de 19de eeuw wordt Côste du Rhône herdoopt tot Côtes du Rhône en breidt het uit tot en met de wijngaarden van de linkeroever die zo meegenieten van de bekendheid van de oorspronkelijke Côste. In 1936 wordt die uitbreiding officieel bekrachtigd in Uzès en Tournon.
Het lastenboek van een wijnstreek
Op die manier is de Rhônevallei één van de echte voorlopers geweest bij de ontwikkeling van een lastenboek voor de wijnstreken. In 1930 schrijft Baron Le Roy in Châteauneuf de kenmerken van de wijnen van zijn steek op en bekomt in 1933 de 'Appellation d'Origine Contrôlée' voor de gemeente.
Het lastenboek van Le Roy stond model voor de verschillende AOC decreten. Hij beschreef de erkende percelen, de druivenrassen, de wijnbouwtechnieken, de alcoholgehaltes, het werk tijdens de oogst, ... Nadien wordt hij medeoprichter van de INAO die hij voorzit van 1947 tot 1967.
Nog steeds laten een aantal wijngaarden zich inspireren door zijn werk en worden af en toe nieuwe AOCs boven de doopvont gehouden.