De wijngaard van Saint-Joseph in de Noordelijke Rhône bevindt zich op rechteroever van de rivier ter hoogte van de 45ste breedtegraad. De wijngaard bestaat al sinds de oudheid: zowel de Grieken als de Romeinen waren verleid door de omgeving. Toen al werd er geplant volgens de terrasbouw op de steile heuvelruggen en sindsdien is er niet veel veranderd.
Hoewel men in de oudheid sprak over de "Vin de Vienne", werd de wijn van die streek later vooral bekend als "Vin de Mauves", naar het gelijknamige dorp. Dankzij hun ijzersterke reputatie vonden ze vanaf het begin van de 16de eeuw de weg naar Parijs waar ze opgediend werden aan het hof van de Valois.
In de 17de eeuw gaven de Jezuïeten van Tournon de definitieve naam aan de streek. Die dankt hij aan een wijngaard gelegen tussen Tournon en Mauves. Nochtans bleef de naam "Vin de Mauves" een tijdje nazinderen. Victor Hugo schreef er nog over in "Les Misérables": "Mijn broer liet hem de wijn van Mauves drinken. Zelf drinkt hij er niet van, hij is te duur voor hem".
Begin 20ste eeuw verenigen de wijnboeren zich in een syndicaat ter verdediging van de appellation d'origine contrôlée. Die wordt in juni 1956 bevestigd. Op dat moment maken 6 gemeenten deel van de AOC die 90 hectaren groot is.
In 1994 wordt de AOC uitgebreid tot 26 gemeenten langs de rechteroever van de Rhône. Samen vertegenwoordigen ze een totale oppervlakte van 1231 hectaren. Hierdoor verbindt Saint-Joseph de 60 kilometers tussen de Noordelijker gelegen wijngaarden van Condrieu en Côte-Rotie met de Zuidelijker gelegen wijngaarden van Saint-Pernay en Cornas. Langs de Oostflank wordt de wijngaard begrensd door Hermitage en Crozes-Hermitage.
De druivensoorten in Saint-Joseph
Sinds mensenheugenis worden de wijngaarden van de Noordelijke Rhône beplant met streekeigen druivensoorten en Saint-Joseph vormt daar geen uitzondering op.
Vooreerst is de wijngaard bekend om haar rode wijnen op basis van Syrah. De druif vindt hier zijn gading op een terroir van gneiss op een granieten sokkel waarvan je de besten vindt aan de monding van de Doubs in de Rhône. De wijnen zijn krachtig en elegant met een minerale ondertoon en verlenen de typische kruidige en peperachtige aroma’s aan de Syrah.
Sinds 1980 mag het most van de Syrah vermengd worden met het sap van Marsanne en Roussanne - beiden witte druiven. Wel moeten ze beperkt blijven Samen mogen ze niet meer dan 10% van het volume van de rode wijn vertegenwoordigen. De assemblage met deze witte druiven zorgt vaak voor wat meer finesse naast de kracht van de Syrah.
Eén tiende van de productie van de wijnbouw wordt opgeëist voor witte wijnen op basis van Roussanne en Marsanne. Viognier is ook toegelaten maar in de praktijk wordt die niet gebruikt. Het terroir van loess dat je rond Tournon vindt leent zich perfect voor die wijnen.