Cabernet-Sauvignon  -  Druif

Geschiedenis van de Cabernet-Sauvignon

Cabernet-Sauvignon is de meest geplante druif ter wereld. In 2010 werd zomaar even 290.000 hectaren Cabernet-Sauvignon geteld. Dat grote succes heeft er onder andere voor gezorgd dat dit druivenras als heel oud werd bestempeld. Sommigen plaatsten die zelfs in de Romeinse tijd en duidden Cabernet-Sauvignon als de bitturica die door Plinus de Oudere werd omschreven. 

Daar is niets van aan! Integendeel, Cabernet-Sauvignon is een relatief jong druivenras. Studies op het DNZ van deze druif besluiten dat zij de vrucht is van de kruising van Cabernet Franc met Sauvignon Blanc. 

Cabernet Sauvignon wordt nu in de 17de eeuw geplaatst. We moeten daar niet versteld van staan want, eerlijk gezegd, hebben we geen spoor van Cabernet Sauvignon voor die datum. Toen was die bekend onder de naam Petite Vidure. En men had al een vermoeden van die oorpsrong omdat Cabernet Sauvignon de aroma's van zijn twee ouders zo goed weergeeft: cassis en groene paprika voor Cabernet Franc en het vegetale karakter van Sauvignon Blanc. 

De opgang van Cabernet Sauvignon is in de Médoc gestart en meer bepaald bij Château Mouton Rothschild en Château d'Armailhac die de druif heel actief hebben geproduceerd. We vinden Cabernet-Sauvignon in alle sectoren van de Bordelese wijngaard maar het succes van de druif blijft heel hard gelinkt aan de linkeroever van de Gironde.

De diepe graven die we vinden in Pauillac, Saint-Julien en Saint-Estèphe zorgen voor een merkelijk warmere bodem dan het klei van de Libourne. Dit laat een meer geleidelijke en homogene rijping van deze druif toe. De aromatische ontwikkeling van het fruit in de grote rode wijnen geniet van dit voordeel. Zij wordt vaak samen met Merlot geassembleerd, wat de drinkbaarheid van de jonge wijnen bevordert.

Bordeaux is goed voor 60% van de productie van Cabernet Sauvignon in Frankrijk. Buiten Bordeaux vinden we hem ook in de Loire en in de Languedoc. 

Na Frankrijk is Italië de tweede producent van die druif. Spanje heeft de druif ook geïntroduceerd en in 2004 was die daar al de zesde belangrijkste druif. Verder vinden we Cabernet Sauvignon in alle producerende landen van het Oude Continent. 

Ook de Nieuwe Wereld ging massaal voor de bijl. Elke producerend land heeft wel ergens een perceel Cabernet Sauvignon maar laten we toch het belang van de VS (Californië, Washington State), Chili, Australië en meer recent Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland onderstrepen. 

Sommigen verzetten zich tegen het succes van deze druif. Een heleboel klagen de koloniserende factor van Cabernet Sauvignon aan ten nadele van de autochtone druiven.

Hoe herken je cabernet-sauvignon?

• de jonge bladeren zijn roodachtig met wat brons. 

• de volwassen bladeren hebben niet onmiddellijk een opvallend geometrische vorm en hebben een eerder afgeronde, orbiculaire vorm. Ze hebben zeven tot negen lobben met een petiolaire sinus die licht overlappende lobben heeft, waarvan de basis soms gelimiteerd wordt door de nerf vlakbij de petiool. De laterale sinussen hebben meestal een vlakke of een U-vormige basis. De lobben zijn gemiddeld tot grof getand met convexe zijden. Het blad heeft een bubbelachtig oppervlak en bezit aan de onderkant een dun laage platliggende haartjes. 

• de trossen en de bessen van cabernet sauvignon zijn klein. Cabernet Sauvignon heeft een dikke schil wat die tegen grijsrot beschermt. 
  

De plant is gevoelig voor eutypiose, esca en echte meeldauw. 

Een conservatorium met 251 klonen werd geïnstalleerd in de Médoc en de Graves. Daarvan werden 19 klonen gehomologeerd voor vermenigvuldiging.

Hoe proeft cabernet-sauvignon?

Donker, intens. Aroma's van rood en zwart fruit (cassis, zwarte bessen, ...), vegetaal, tabak, hooi, leder. Tanninerijk. Groene peper en een uitdrogend bitter duiden op onrijpe druiven bij de oogst. Lange afdronk op het vegetaal karakter (menthol), wat de smaakpapillen verfrist.