Geschiedenis van Syrah
Syrah wordt vaak geassocieerd met het Midden-Oosten, meer bepaald wanneer de Romeinen van Cyprus of Syrië - waar de stad Shiraz gelegen is - terugkwamen naar Rome en Gallië.
Twee tekenen duiden erop dat dit idee eerder tot het rijk der legenden hoort. Ten eerste kan men eenvoudigweg geen ander druivenras in het Midden-Oosten vinden dat enigszins lijkt op Syrah. Ten tweede is die druif ook bekend onder de naam Sérine in Ampuis (Noordelijke Côtes du Rhône). Het radikaal ser- duidt op een lange, afgeronde heuvelrug in het Zuiden van Frankrijk.
DNZ-studies hebben later bevestigd dat Syrah afstamt van de Mondeuses, die hoofdzakelijk in de Savoie terug te vinden zijn. Samen vormen ze de familie van de Sérines. Syrah is een inter-familiale kruising tussen Mondeuse Blanche en Dureza. Van hen is geweten dat ze naast elkaar groeiden in het Noorden van de Isère. Het departement van de Isère ligt net ten Oosten van de huidige appelaties van de Noordelijke Rhône. Dureza vind je nu niet meer terug tenzij in een aantal conservatoria.
Syrah heeft haar eerste gloriemoment gekend in de 18de en in de 19de Eeuw dankzij de wijnen van Hermitage, de heuvel die het stadje Tain-l’Hermitage overziet. De wijnen zijn uitstekend en stevig. Ze werden ook gebruikt begin 20ste Eeuw als “vin améliorateur” om de Bordelese Grand Crus te verstevigen in de zwakkere wijnjaren.
Syrah is de enige toegelaten blauwe druif in de Noordelijke Rhone. In Cornas mag ze niet vermengd worden. In Côte-Rôtie mag dat wel met Viognier en in Hermitage, Crozes-Hermitage en Saint-Joseph met Roussanne of Marsanne. In de praktijk wordt deze praktijk nog maar zelden toegepast. In de Zuidelijke Rhone wordt Syrah vaak vermengd met Grenache Noir en Mourvèdre.
De Languedoc en de Roussillon hebben de druif ook geadopteerd waar een assemblage van Grenache met Syrah courant is.
In 1831 begint de internationale expansie van Syrah, richting Australië waar hij een tweede heimat vindt in Barossa Valley. Tegen 1860 is Syrah daar al de dominante druif. Sindsdien hebben andere landen Syrah geïmporteerd: Italië, Spanje, de VS, Zuid-Afrika, Argentinië, Chili, Nieuw-Zeeland. Begin 2000 nestelde Syrah zich in de top-10 van de meest geproduceerde druivenrassen.
Hoe herken je syrah?
Jonge twijgen bedekt met een laagje platliggende haartjes.
De jonge bladeren hebben een groene kleur
Nieuwe twijgen hebben een geribbeld oppervlak met lange, groene internodiën.
Volwassen bladeren hebben vijf lobben en een open petiolaire sinus waarvan de basis soms raakt aan het petiolair punt. De laterale sinussen zijn open met korte tot medium lange tanden met convexe zijden. De nerven bezitten geen anthocyane pigmentatie en het blad heeft soms een wafelachtige textuur. Aan de onderkant van het blad zien we een dun tot middelmatig laagje platliggende haartjes.
De bessen van syrah zijn klein en ellipsvormig, terwijl de trossen klein tot middelmatig groot zijn.
De jonge twijgen zijn gevoelig voor de lentewind, waardoor de geleiding heel verzorgd moet zijn. Snelle rijping, waardoor je goed moet opletten om de optimale oogstdatum te bepalen. Syrah heeft last van mijt en grijsrot.
Zestien klonen van Syrah zijn gehomologeerd.
Hoe proeft syrah?
De syrah druif ligt aan de basis van rode wijnen met een heel donkere, purperen kleur. De tannine is aanwezig en merkbaar, Kruiden (Peper), Hout, Rood en zwart fruit (kersen, zwarte bessen, blauwe bessen, cassis), Violet, Zoethout