Deze wijn vindt zijn oorsprong in druiven van relatief jonge wijnstokken ingebed in een kalkbodem gemarberd met rode klei en vuursteen. Handmatige oogst, spontane vinificatie door autochtone gisten in roestvrijstalen vaten en lange rijping in ondergrondse tufsteengalerijen. Rijping op fijne gisten wordt uitgevoerd in vaten en demi-muids van 350 tot 500 liter, waarvan 10% nieuw hout. Het resultaat is een wijn met een royaal en boeiend bouquet aroma's, hartig in de mond en, voor zover de liefhebber de verleiding kan weerstaan, evengoed geschikt is om te bewaren als dat hij jong kan worden gedronken.