Geschiedenis van de Blaufränkisch
Hoewel de eerste schriftelijke vermeldingen van deze belangrijke Midden-Europese druif dateren uit het midden van de 19e eeuw, is de druivensoort merkelijk ouder. Historische ampelografische bronnen hebben zeer sterk bewijs geleverd dat Neder-Stiermarken (nu Sloveens Stiermarken) het geografische gebied van oorsprong van de variëteit is.
Deze bronnen worden bevestigd door de namen Lemberger en Limberger. Lemberg is namelijk een dorp in die streek. In Hongarije is de druif bekend onder de naam Kékfrankos (Kék betekent blauw in het Hongaars). De veelheid aan synoniemen om in deze regio dezelfde druivensoort aan te duiden, is de laatste aanwijzing om de geboorteplaats van deze druivensoort te plaatsen.
Lang voordat DNA-analyse werd toegepast, werd Blaufränkisch ten onrechte beschouwd als een kloon van de Gamay-druif. Wellicht werden de druivenkenners op een dwaalspoor gebracht vanwege bepaalde morfologische overeenkomsten. Of misschien is het door de gebruikelijke naam Gamé die in Bulgarije voor de druif wordt gebruikt? In werkelijkheid is de druivensoort een kruising tussen en Blauwe Zimmettraube.
Laten we toch even opmerken dat Gamay en Blaufränkisch niet identiek zijn maar toch wel afstammen van Gouais Blanc en dat ze dus ook halfbroers zijn van onder andere Chardonnay, Aligoté en Riesling. Voor de anekdote: Chardonnay en Aligoté zijn halfbroers van zowel Blaufränkisch als Saint-Laurent en toch is er geen relatie tussen beiden.
De uitgang Fränkisch verwijst naar het Duitse wijngebied Franken. De wijnen van de regio waren in de middeleeuwen zo beroemd dat de betere druivensoorten de kwalificatie Fränkisch kregen. De minder goede druivensoorten werden Heunisch genoemd. Gouais Blanc is daar een goed voorbeeld van: in het Duits heet hij Weißer Heunisch.
Al zijn de kwaliteiten van Blaufränkisch onmiskenbaar, toch heeft hij niet echt een vlucht genomen op de internationale wijnmarkt. Behalve in Oostenrijk, Duitsland en de landen van Oost en Centraal-Europa komt hij slechts sporadisch voor in de Nieuwe Wereld. Tien hectaren hier, 100 hectaren daar in landen als de Verenigde Staten (Washington State), Australië (Adelaide Hills) en Japan. Zelden overtreft het areaal de anecdote.
In Oostenrijk vertegenwoordigt de variëteit 6% van het wijnbouwareaal en is hiermee de tweede belangrijkste rode druif. Hij moet alleen Zweigelt voorlaten. Blaufränkisch wordt voornamelijk aangeplant rond Gols, in de Neusiedlersee, in Burgenland, vlakbij de grens met Hongarije.
Je moet in de buurt van Stuttgart, in de regio Württemberg, gaan om de druif in Duitsland te vinden, waar het bekend staat als Lemberger. Dankzij het koelere Duitse klimaat kennen de wijnen een fijnere wijnstijl dan de Oostenrijkse stijl die sterk wordt beïnvloed door het continentaal klimaat.
Hoe proeft blaufränkisch?
De smaak van Blaufränkisch is sterk afhankelijk van het klimaat. De wijn veel levendiger in een koel klimaat waar het smaakprofiel overeenkomsten vertoont met een pinot noir. Bij een warmer klimaat is de kleur van de wijn veel donkerder, wint het fruit aan kracht en ontwikkelt de wijn sterk gekruide toetsen. Het smaakprofiel lijkt dan sterk op dat van Syrah.
Over het algemeen vinden we de aroma's van rode kersen, bosbessen en bramen. De wijn is pittig met matige tot hoge tannines, gecompenseerd door een goede zuurgraad.