Sinds altijd een wijngaard; wijn vanaf het klassieke tijdperk
Wijnranken groeiden in de Elzas nog voor de mens hier zijn eerste stappen zette.
Toch moeten we nog een aantal millenia en op de verovering door de Romeinen wachten vooraleer de consumptie van de vruchten plaats maakte voor de wijnbouw. Dankzij het riviertransport ging het economisch belang van de wijnbouw heel snel groeien in de streek rond Moezel en Rijn. De wijngaard werd een gevestigde waarde vanaf de tweede eeuw.
Zoals elders in Europa namen de abdijen de fakkel over na de instorting van het Romeinse Rijk. Ver van de dagelijkse besognes, hadden de abdijen de mogelijkheid om duurzaam te investeren in hun wijngaarden. In een tijdperk waar de oogst in seizoenen wordt gemeten, regelden de abdijen de wijnbouw over de seizoenen heen. Gewone landbouwers die van het veld leefden hadden niet dit voorrecht.
De investeringen loonden en de Elzas telde in de dertiende eeuw een honderdtal wijndorpen. De Rijn was de natuurlijke toegangsweg van de wijngaard tot de Europese tafels. De export en bijhorende belastingen zorgden voor een opmerkelijke welvaart in de streek die duurt tot het begin van de zeventiende eeuw. Op zijn hoogtepunt was de wijngaard 30000 hectaren groot, dubbel zo groot als de wijngaard nu!
Zoals voor elke industrie, wordt de wijnbouw gereglementeerd. De eerste reglementen bepaalden de gebruikte druivenrassen: traminer, riesling en muscat. Nu nog zijn ze onderdeel van het aanbod van de wijngaard.
Oorlog, productie en ziektes
De streek is altijd een bron van disputen geweest tussen leenheren. De talrijke burchten zijn hiervan getuige. Na de voorspoed kwam de teloorgang. De eerste tegenslag kwam met de Dertigjarige Oorlog die de streek vanaf 1618 teisterde. Na de oorlog wordt de wijngaard snel terug hersteld. Productie en export namen opnieuw een hoge vlucht.
Dan volgde de tweede tegenslag: hebzucht! De wijnboeren van de lagergelegen pleine dreven stelselmatig de productie op ten koste van de kwaliteit. Dit zinde de wijnboeren die hun wijngaarden op de hellingen hielden niet: zij gaven voorrang aan kwaliteit.
Gelukkig kan de Grande Armée van Napoleon - dat eender welke wijn dronk - voldoende wijn van de streek afnemen. Tot in 1815 en de afzetting van Napoleon. In 1870 wordt de Elzas geannexeerd aan Duitsland. Zij ook gaven voorkeur aan de gemakkelijk wijn van de pleinen boven de Rijn en vermengden die met water, suiker en aroma's.
Deze tendens betekent de doodsteek voor de kwalitatieve wijnen. Reken daarbij het slechte klimaat van het einde van de 19de eeuw en de plaag van de phylloxera en je krijgt een mistroostig beeld van de toestand van de wijngaard in het begin van de 20ste eeuw.
Van 1918 tot de 21ste eeuw
De Elzas werd aan Frankrijk teruggegeven na de Eerste Wereldoorlog. Helaas bleef een kleinere oorlog verder woeden in de wijngaard. Nog steeds werd de confrontatie tussen kwaliteit en kwantiteit in de wijngaard niet beslecht. Integendeel: een aantal wijboeren van de vlakke landen richtten zich tot hybride planten om de productie te optimaliseren.
De consument volgt deze tendens niet en koopt geen flessen meer uit Oost-Frankrijk waardoor de oppervlakte van de wijngaard verschrompelt tot 7500 hectaren... een kwart van de wijngaard op zijn hoogtepunt.
We moeten wachten tot het begin van de jaren zestig om een reële ommezwaai te zien in de gebruikte methoden in de Elzas. De eerste mijlpaal werd gelegd in 1962 wanneer Elzas zijn herkomstbenaming krijgt. In 1975 ziet de kaderreglementering van de Grand Cru - de wijngaard kent er nu 51 - het daglicht. Dit reglement is nog een stuk strenger dan het lastenboek van de streek en getuigt van ambitie voor de te behalen kwaliteit van de wijnen.
Dit werk begint zijn vruchten te dragen. Sinds zijn dieptepunt is de omvang van de wijngaard verdubbeld en bedraagt nu 15000 hectaren.
De druiven
De bepaling van de druivenrassen is één van de belangrijke elementen van het bewust beperkend lastenboek van 1962. Het reglement is bewust beperkend en geeft geen ruimte voor hybrides meer. We vinden 13 druivenrassen terug: auxerrois, chasselas, chasselas rose, gewurztraminer, muscat à petit grains, muscat à petit grains rose, muscat ottonel, pinot blanc, sylvaner, pinot gris en riesling voor de witte wijnen en pinot noir voor de rode en rosé wijnen. De 13de druif is de Klevener de Heiligenstein - de lokale variant van savagnin rose - en mag enkel in de gemeente Heiligenstein worden geplant.
Een specifieke benoeming wordt gebruikt om zoete wijnen aan de te duiden. Afhankelijk van het suikergehalte duidt men de wijnen aan als "vendange tardive" of als "sélection de grains nobles".
Het terroir
De geologische vorming van de wijngaard is sterk gelijklopend met de wijngaard van de Côtes du Rhône. De zee overvloeide de streek waardoor sedimentair gesteente neersloeg op de granieten oer-rots. De instorting van de vlakte vormde de Rijnvallei en de pleinen aan de linkeroever van de stroom. Dat plein is het kenmerk van de Bas-Rhin. In de Haut-Rhin zijn de glooiingen en hellingen meer uitgesproken en is de afstand tot de oer-rots veel kleiner.